Doordat Australië zo een groot land is heeft het veel verschillende klimaatzones en is het weer in per regio anders.

In het binnenland is het erg droog en heerst een woestijnklimaat, waarbij de temperaturen overdag heel hoog zijn en het in de nacht erg koud kan zijn. Het regent er bijna nooit. Omdat er in dit gebied nauwelijks wolken zijn koelt het ’s nachts flink af.

In het oosten en grote delen van West-Australië heerst een subtropisch klimaat. De temperaturen liggen gedurende het hele jaar tussen de twintig en dertig graden.

Het overgangsgebied tussen het woestijnklimaat en het subtropisch klimaat is het steppeklimaat. Hier is het gedurende een periode van ongeveer 9 manden droog. Er is slechts begroeiing van struikachtige plantjes. Door de droogte kunnen er geen bomen groeien.

In het zuiden heerst een klimaat met warme zomers en zachte winters, meer een gematigd klimaat.

Het noorden is tropisch en er zijn twee verschillende seizoenen, het droge seizoen en het regenseizoen. Er heerst het hele jaar door een warm, vochtig klimaat. Tijdens het regenseizoen regent het eigenlijk wel elke dag heel hevig, ook al duren de buien vaak kort. Tijdens het regenseizoen stijgt de temperatuur tot boven de dertig graden en kan het flink stormen. Ook trekken er tropische orkanen over het gebied.

Als je de zuidelijke delen van Australië bekijkt lijkt dit het meest op een middellands zeeklimaat. Tijdens de zomermaanden wisselen de temperaturen van 25 tot 38 graden Celsius, ’s winters is het circa veertien graden. Op het zuidelijke eiland Tasmanië heerst een iets kouder klimaat doordat het relatief dichtbij de Zuidpool ligt.

 

 

Legenda volgens het klimaatsysteem van Köppen.

Maak jouw eigen website met JouwWeb