Australië ligt op het Zuidelijk Halfrond.

De seizoenen in Australië zijn tegengesteld aan die seizoenen van het Noordelijk Halfrond. De lente duurt van september tot november , de zomer van december tot februari, de herfst van maart tot mei en de winter van juni tot augustus.

Net als de seizoenen zijn er ook vele verschillen in het weer te herkennen over de hele wereld. Om een voorbeeld te noemen vriest het  op de Noord en de Zuid Pool altijd en in het tropisch regenwoud is het altijd warm en regent het veel. Er zijn dus veel verschillende klimaten. 

Er is een verdeling gemaakt van 5 klimaten:.

• A. Het tropisch klimaat
• B. Het droog klimaat
• C. Het zeeklimaat (maritiem klimaat)
• D. Het landklimaat (continentaal klimaat)
• E. Het koud klimaat

Aangezien er meer dan 5 klimaten zijn is er een onderverdeling gemaakt binnen de hoofdklimaten;

• Bij A, C en D:  f=geen droge periode   s=zomerdroog     w=winterdroog
• Bij B: W=woestijn  S=steppe
• Bij E: F=eeuwige sneeuw  H= zelfde als F, maar dan in hooggebergte  T=toendra

Dit noemen wij het klimaatsysteem van Köppen.

 

Als ik de verschillende kenmerken van de verschillende klimaten onderzoek kom ik tot de conclusie dat er 6 verschillende klimaten zijn in Australië:

 

Equatoriaal klimaat:

Dit klimaat dankt zijn naam omdat het zo dicht bij de evenaar ligt. het gebied heeft het hele jaar door hoge temperaturen met gemiddelden tussen 26 en 28 graden Celsius. Een belangrijk kenmerk binnen dit klimaat is de hoge regenval, meestal 2000mm of meer per jaar. In sommige gevallen zijn er twee perioden met zeer zware regenval. Het deel van het land bevindt zich in de Inter Tropische Convergentie Zone; ontmoetingsgebied van de lucht uit het zuidelijk en het noordelijk halfrond. Wanneer dit plaatsvindt is er deze zeer zware regenval.

 

Tropisch klimaat:  

Er heerst het gehele jaar een vochtig, warm klimaat. Aan de kust valt de meeste neerslag tussen november en april tijdens de regentijd. In het binnenland zijn de temperaturen overdag duidelijk hoger, tussen de 32 ºC en 36 ºC. 's Nachts koelt het flink af, in de koudste maand van het jaar wordt de gemiddelde temperatuur niet lager 18 graden Celsius

 

Subtropisch klimaat: 

Dit gebied wordt beïnvloedt door het klimaat in de tropen. Vooral in Queensland en grote delen van West-Australië heerst een subtropisch klimaat met gedurende het hele jaar temperaturen tussen de 20 ºC en 30 ºC, wat deze gebieden tot een ideale vakantiebestemming maakt!

 

Woestijnklimaat:

In de zomer kunnen de temperaturen zeer hoog oplopen waarbij het overdag tussen de 25 en 45 graden ºC kan worden en in de nacht de temperaturen flink dalen met in enkele gebieden tot onder vriespunt. Er valt bijna geen neerslag, maar als het regent komt het met grote hoeveelheden tegelijkertijd uit de hemel. De grond is droog en onvruchtbaar, bestaat meestal uit zand en rotsen.

 

Steppeklimaat: 

Dit is het overgangsgebied van het woestijnklimaat naar het subtropisch klimaat, ook soms wel  "half woestijnklimaat" genoemd. Er heerst 8 tot 9 maanden droogte waar door gebrek aan rein  geen bomen groeien maar voornamelijk kruidachtige struikjes. Samen met het zand vormen deze struikjes een steppe. Er valt per jaar 200-400 ml neerslag.

 

Zeeklimaat: 

In de zuidelijke delen van Australië zou men het klimaat ook als Middellandse Zeeklimaat kunnen beschrijven. De temperaturen variëren tijdens de zomermaanden van 25 ºC tot 38 ºC en in de winter is het zo'n 14 ºC. Alleen op het eiland Tasmanië heerst een iets rauwer klimaat, mede doordat het relatief dichtbij de Zuidpool ligt.