Het klimaat is het weer van een bepaald gebied, genomen over een langere periode (30 jaar). Het klimaat wordt bepaald door klimaatfactoren. Klimaatfactoren zijn factoren die bepalen hoe warm of koud het is.

Australië is het oudste, platste en droogste werelddeel op aarde waardoor regenwolken moeilijk gevormd kunnen worden en hierdoor is 70% van het land kurkdroog en zijn er vele woestijnen.

Ook ligt Australië relatief vrij dicht bij de evenaar en is het er redelijk warm. Dit komt omdat het land altijd dichter bij de zon ligt en hierdoor de temperatuur altijd hoger is. De regel luidt: hoe dichter bij de evenaar hoe warmer en hoe verder van de evenaar af hoe kouder.

Ook grote wateroppervlakten zoals zeeën  zorgen voor een gematigd klimaat. de luchtaanvoer water heeft nl. een 'matigende' invloed, vandaar de naam gematigd zeeklimaat.

In het noorden ligt de temperatuur tijdens de lokale winter nog steeds boven de twintig graden en slechts in sommige delen in het zuiden van Australië is er kans op vorst of sneeuw. Het zuidelijke deel van het gebergte werd tijdens de laatste ijstijd bedekt door gletsjers.

Tevens zijn factoren als de hoeveelheid neerslag, de temperatuur, hoeveelheid bewolking en het landschap bepalend voor een klimaat.

De wetenschapper Köppen heeft een klimaatindeling gemaakt waarbij hij de aarde heeft opgedeeld in klimaatzones en de bovengenoemde klimaatfactoren bepalen tot welk klimaat een bepaalde zone behoort.